Andaman Islands - Reisverslag uit New Delhi, India van Lotte Koelman - WaarBenJij.nu Andaman Islands - Reisverslag uit New Delhi, India van Lotte Koelman - WaarBenJij.nu

Andaman Islands

Door: Lotte

Blijf op de hoogte en volg Lotte

10 Maart 2008 | India, New Delhi

Andaman Islands,

Terug in Goa met de bus vonden we een mooi plekje op het strand om een leuk kamp op te zetten. Maar helaas moest ik de dag erna alweer vertrekken naar Hampi waar Anne, een vriend uit Nederland die toevallig ook in India is, te verzorgen. Hij had malaria en lag al een dag of tien met koorts in bed.

Samen met drie andere mensen van de bus huurden we motors voor de dagtocht naar Hampi. We vergisten ons nogal in de kilometers en uiteindelijk zaten we die dag tien uur op de motor. Dat was erg zwaar, zeer pijnlijk voor m’n kont, maar ook heel erg mooi. Een motor is weer een hele andere manier van reizen. Je zit nog directer in het landschap en bent nog veel vrijer in je bewegingen. Heerlijk om achterop te zitten met muziek in m’n oren en m’n armen uitgestrekt.
Toen we eindelijk in het donker in Hampi aankwamen moesten we nog naar de overkant van de rivier, wat een groot probleem bleek te zijn op deze tijd van de dag. De boot deed zijn laatste ronde om 6 uur en het was toen elf uur. We hadden van iemand gehoord dat er ook illagale kleine bootjes zijn, die je altijd voor wat rupees naar de overkant willen brengen. Maar ook dat bleek erg moeilijk te zijn omdat de prime-minister de komende dagen de stad zou bezoeken en het dus vergeven was van de politie. Iedereen leek te bang om ons te brengen. Eerst moesten we nog heel erg ons best doen om alle taut’s van ons weg te drijven. Dat zijn mensen die op plekken staan waar toeristen aankomen en proberen ze bijvoorbeeld naar hun hotel te krijgen. Volgens hun was het natuurlijk onmogelijk om nog naar de overkant te gaan, maar zoals ze zeiden: ´Morgen is er weer een boot, en vannacht kun je in mijn goedkope guesthouse slapen´. Na een hoop gevraag en gezoek vonden we uiteindelijk iemand die wel (voor veel te veel geld) een bootje kon regelen. Na veel heen en weer gebel moesten we in het donker naar de waterkant lopen. Daar scheen de jongen met een zaklamp over het water en na een tijdje kwam er een soort ronde rieten mand met een jongen erin aandrijven. We klommen met onze spullen in het waggele ding en de jongen peddelde rustig naar de overkant. De maan was heel helder en de rivier heel ondiep met bleke stenen. Na tien uur op de moter was dit zo surrealistisch dat we alleen maar grinnikkend elkaar aan konden kijken.
Toen we eindelijk in het goeie guesthouse, waar anne ziek lag te zijn, aankwamen bleek hij zich alweer wat beter te voelen gelukkig. Maar ondanks de eerste nacht zonder koorts voor hem gingen we toch terug naar de dokter de volgende dag.

Malaria is een ziekte die heel erg kan zijn als je het niet goed behandelt. De dokter, in een armoedig deel van de stad ontkende dat Anne malaria had, zelfs toen hij de testuitslagen liet zien. Hij stuurde ons door naar de grote stad waar een ziekenhuis was met een echte dokter. Een Dokter of medicine ( huh?)
In het ziekenhuis moesten we (waarschijnlijk omdat we toeristen zijn) in een aparte ruimte wachten. Deze ruimte bleek de injectie-kamer te zijn, en om de zoveel minuten kwam er een patient binnen die een spuit kreeg. Dat was ook de eerste keer, en waarschijnlijk de laatste, dat ik een non een spuit in d’r bil zag krijgen. Wederom zeer surrealistisch.
De haastige dokter gaf Anne een nieuwe zag met medicijnen ( In India krijg je voor hoofdpijn al antibiotica) en injecties die gelukkig goed werkten.

Hampi is een ontzettend mooi, klein stadje in het midden van intens groene rijstvelden, palmbomen en oude ruines van stenen. Onbegrijpelijk hoe ze die ooit opgestapeld hebben. Maar na een paar dagen was ik opgelucht om te vertrekken omdat Hampi ook een plek is voor de vele nep-hippies, waar ik steeds meer een hekel aan begin te krijgen. ( Nep-hippies trekken hele rare kleren aan, die uiteindelijk allemaal hetzelfde zijn, ze blowen heel veel, praten heel raar omdat ze spiritueel willen lijken en voelen zich ontzettend uniek terwijl ze dat juist niet zijn. Daarnaast is het een hele wedstrijd wie de meest ervaren reiziger en in de meeste landen is geweest of de vreemdste dingen heeft meegemaakt. Alles word zo onopvallend opvallend mogelijk verteld En dan vooral doen alsof het allemaal gewoon voor je is
´Traveling is becoming a fashion show’ zoals iemand zei.)

Het afscheid van de noren viel me zwaarder dan ik had gedacht en ik beloofde ze later in m’n reis nog een keer op te zoeken en een stuk samen verder te reizen.

Samen met Anne, die weer helemaal beter was vertrok ik terug naar Chennai om daar de boottickets te regelen voor de drie-daagse tocht naar de Andaman eilanden. ( eilandengroep die bij India hoort maar dichter bij Thailand ligt) Voor de zoveelste keer kregen we te maken met de Indiaase burocratie en corruptie. ( Alles gebeurt openlijk en schaamteloos. Heb meegemaakt dat ik 2,5 uur in de rij stond voor boottickets. De politieman die orde in de rij moest houden kocht op het laatste moment de overige kaartjes op en hij verkocht ze voor de driedubbele prijs aan een paar toeristen. Iedereen zag het, iedereen wist het, en niemand kon er wat aan doen.)

En de Shipping Corporation of India is de ergste in zijn soort. We probeerden de goedkoopste tickets ( bunk class) te kopen, maar volgens hun waren alle kaartjes uitverkocht. ( ze wilden dat we meer geld uitgaven aan duurdere kaartjes) Na overleg met de directeur, die redelijk aardig overkwam zou het waarschijnlijk lukken als we over een week terugkwamen. Onze namen werden op een papiertje gezet dat de wachtlijst genoemd werd.

We bleven een weekje in Mammalapuram. Klein, toeristisch kustplaatsje waar we niet veel meer deden dan lekker eten en veel lezen. ( ook omdat ik weer eens verbrand was en niet goed kon lopen.)

Na een week stonden we weer in de wachtruimte voor de boottickets. We gingen weer naar het kantoor van de directeur ( een andere) die nergens van wist. Volgens hem was alles vol en moesten we wachten op de volgende boot die een dag of tien later ging of gewoon de duurste kaartjes kopen. De directeur vond het heerlijk om ons vanuit zijn grote stoel achter zijn buro te zien smeken voor kaartjes. Het leek onmogelijk. Anne en ik stonden een beetje beduust in zijn kantoor omdat we niet meer wisten wat we moesten doen. Tien dagen later gaan was geen optie en duurdere kaartjes kopen al helemaal niet. Verbazingwekkend om te zien dat hij zijn collega’s echt als ´onderdanen´ behandelde. Ze moesten in de rij voor zijn buro staan en wachten met praten totdat hij het zei. Er werd thee gebracht op zijn commando en ondertussen ging hij door met zich belangrijk voelen. Na ongeveer tien minuten had hij er genoeg van. “ Just two tickets?“ vroeg hij. En met ‚één krabbel was alles geregeld. Ongelofelijk!

De volgende dag zaten we eindelijk in de boot na lang wachten en moeilijk doen met bussen en rijen, bagagecheck en medical check. Dit laatste hield niets meer in dan een man achter een leeg bureautje met een stempel in zijn hand die vraagt: “ Everything oke?” en vervolgens een stempel op je kaartje drukt voor je geantwoord hebt.
We hadden al verhalen gehoord over kapiteins die op feestjes waren en de hele boot ( met honderden mensen) rustig uren lieten wachten. De boot zou om 4 uur de haven verlaten en om 8 uur voeren we eindelijk weg. De boottocht was lang en vies. In de ruimte ( bunk D, helemaal onder in het schip) waar wij sliepen stonden nog 92 andere bedden en minstends 20 keer zoveel kakkerlakken. De tl-lampen bleven de hele nacht aan, net als het geluid van 92 rochelende en boerende, schreeuwende indiers. De wc’s stonken vreselijk en na een dag stond er een plas op de vloer ( wil niet weten was het was) die met het bewegen van de boot heen en weer klotste. Het was een hele dans om naar de w.c te komen en zo min mogelijk aan te raken omdat er het grootste gedeelde van de dag ook geen water uit de kraan kwam om je handen te wassen. ( laat staan douchen) Drie keer per dag kon je in een vreselijk warme hal eten. Het eten was redelijk gevarieerd maar smaakte bijna allemaal hetzelfde en werd met grote lepels op je bord gekwakt nadat je een tijd zwetend in de rij had gestaan. Overdag zaten we op het dek in de wind en de zon te lezen en te kletsen met de enkele andere toeristen die ook niet genoeg geld hadden om te vliegen.
De vierde dag stapten we ´s middags opgelucht van de boot af in de haven van Port Blair ( hoofdstad van The Andaman Islands)

De eerste week bleven we op Havelock Island, waar we in een rieten hutje voor twee euro sliepen. Overdag gingen we naar de mooiste stranden om te zwemmen en mango’s te eten. Daarna vertrokken we naar Long Island (een langgerekt eiland met een heel klein dorpje. ) waar we twee weken op het strand gekampeerd hebben.

Onze provisorische tent ( een klamboe tussen twee bomen) stond op een stukje platte grond in het begin van de jungle voor wat schaduw. Een stap naar beneden stonden we op het witte strand, en met vloed was de zee niet verder dan een paar meter van mijn bed.
We kookten op vuur en een paar stenen met twee pannen. We hadden een mat om op te zitten en een hangmat om in te hangen. Het is erg leuk om te zien hoe je met niks begint en hoe dezelfde plek na een paar dagen als thuis voelt. Anne houd erg van ´dingen maken´, bouwen. Het begon met een dakje van palmbladeren voor het eten. Daarna een paar hekjes om het afval en brandhout af te schermen. Toen kwam er een tafel met dakje, gemaakt van stokken en stukjes touw die hij op het strand vond. En na een paar dagen kwam er zelfs een oven! (gemaakt van een gat in de grond met grote opgestapelde stenen.) We gingen helemaal los en bakten koekjes, hartige taarten, broot en fruit of rijstenvlaai. Het leven werd steeds decadenter. ´S ochtends werden we wakker van de opkomende zon uit de zee die we vanuit ons bedje konden zien. Meestal stond Anne als eerste op om het vuur weer aan te maken en als ik dan een half uurtje later opstond was er verse koffie klaar. Dat dronk ik rustig in de hangmat op. Een ochtend hadden we er zelfs een krant bij die Anne in het dorpje gevonden had. (deze bleek na wat verwarring welliswaar van november 2007 te zijn) Vervolgens maakten we ontbijt. Meestal rijstenpap of vers brood uit de oven met jam. Daarna las ik een paar hoofdstukken uit mijn boek in de hangmat die tussen twee bomen hing op het strand.
Als ik daar genoeg van had hobbelde ik tien minuten over het strand naar de ´douche´. ( Een klein stroompje zoet water uit de jungle. Opgevangen in een bananenblad met stokken zodat je er op een steen onder kan zitten, al uitkijkend over de groen/blauwe zee.)
Meestal waste ik een paar kleren die ik liet drogen in een boom. Vervolgens lag ik weer een tijdje in m’n hangmat te lezen, schrijven of gewoon rustig te mijmeren. ´S avonds kookten we heel uitgebreid, met taart toe. Als het donker werd staken we de kaarsen aan ( boeien die we op het strand vonden als houders) en dronken we ons laatste kopje thee, liggend op de mat naast het smeulende vuurtje, turend naar de sterren en de rode opkomende maan. En doodmoe gingen we vroeg naar bed om de volgende dag weer wakker te worden van de ochtendzon in onze gezichten.
Het heerlijke van deze twee weken was dat er niks moest. Het enige waar we voor moesten zorgen was eten en slapen. ( back to basic) Ik vond het erg leuk om na een half jaar in restaurants gegeten te hebben eindelijk weer zelf te kunnen koken. We hebben heerlijk gegeten. En daarnaast was het goed om even te ´ontstressen´van het heftige, extreme, overweldigende India.
Ondanks dat ik vrijwel niks gedaan heb ( behalve in m’n hangmat gehangen en gegeten) gebeurde er toch een heleboel. Zoveel dingen die me niet zouden zijn opgevallen als we er maar eventjes zouden zijn gebleven.
Dan denk ik aan:
- De vogels die lachen ( ons uitlachten)
- De zee die elke keer weer anders is. Vaak groen en blauw, soms net als de Noordzee. Wit als het hard regent. (wat we helaas ook twee keer moesten meemaken.)Ruw met schuimkoppen en soms vlak en stil als een meertje.
- De vele verschillende soorten tropische bomen waar we onder leefden. Vooral de lange wortels die alles doorkruisen boven de grond.
- De onwaarschijnlijk mooie en elke keer verschillende luchten. Donkere, bijna zwarte stormwolken met duidelijke regenbuien in de verte boven het water. Stapelwolken met rode strepen aan het einde van de middag. Blauwe luchten en kleine stormwolken met regenbogen.
Voorderest zou ik nog veel meer kunnen vertellen over bijvoorbeeld, de half uur tocht door de jungle en de velden voordat we bij ons strand waren. En die we om de paar dagen liepen om boodschappen te doen in het kleine dorpje.
- Over de man en de vrouw in het winkeltje waar we naartoe gingen. De vrouw die een veiligheidsspeld onder haar sari vandaan toverde om mijn t’shirt vast te maken die teveel schouder liet zien, en toen tevreden lachte om het resultaat.
- Over hoe we de afwas deden in de zee en dat soms heel moeilijk was omdat de golven steeds onze bordjes mee wilden nemen.
- Over de kinderen die cricket speelden in de weilanden.
- Over het varken met de treurige ogen dat tevreden knorde als je langs liep.
- Over het geitje dat tien minuten achter me aanhobbelde alsof hij bij me hoorde. En die ik mekkerend achter moest laten toen ik over een hekje klom.
- Over de stok die ik meenam in de jungle, waarmee ik op de grond tikte om eventuele slangen weg te jagen.
- Over de vele wondjes die Anne op de een of andere manier elke dag verzamelde.
- Over de avond met de rode opkomende maan uit de zee.
- Over eb en vloed, en hoe groot het verschil is.
- Over twee weken zonder klok
- Over de avond met het grote vuur op het strand om het afval te verbranden.
- Over de natuurlijke schommel op het strand van sterke lianen tusen twee bomen ( een van mijn favoriete dingen)
- Over de schelpenkrabben die ´s avonds tevoorschijn kwamen en die we nummers en namen ( van vrienden) gaven met pen op hun schelp.
- Over de koeien die af en toen op het strand voorbij liepen wat nog steeds een raar gezicht is.
- Over de honden die steeds ons eten probeerden te stelen. ( een hond slaagde, en at al mijn vers gebakken koekjes op.)
- En over het oude mannetje dat om de dag langs kwam om bananen of mango’s te verkopen, en vooral kwam socializen. Hij was 74 en liep moeilijk. Had geen enkele tant meer over maar at wel smakelijk onze rijstenvlaai. Hij woonde met zijn vrouw op een berg en had een groenten tuin met bananenbomen, mangobomen, tomaten en andere dingen als rijst en pompoenen. Zijn vijf kinderen woonden in het dorpje. Met zijn beetje engels sprak hij over Long Island. Over dat er 300 huizen zijn, politie, brandweer en zelfs een dierenarts. Dat er drie rickshaws waren waarvan twee kapot. Dat hij een buffel had en een paar koeien. Twee huizen, een televisie en een radio. Over dat zijn zoon een os ging kopen in Ranghat ( groter dorp op ander eiland) en het beest naar Long Island met een touwtje naast de boot liet zwemmen. Over 15 augustus 1947 toen de britten weggingen uit India. Over dat hij zijn jeugd in het vaste land doorgebracht had. Over de verkiezingen in Pakistan en de problemen in Afghanistan en Irak. Hij liet ons zien in welke boom nootjes zaten die we konden eten, en lachte hartelijk toen hij de volgende dag zag dat we er een taart van gebakken hadden omdat je ze niet teveel moet eten omdat je dan gek (dronken) word. Hij leerde ons dat het brandhout van sommige bomen beter was dan van anderen. Hij sleep onze messen en bracht kokosnoot- chutney met dosa’s ( platte rijstpannenkoeken, die ze vooral in het zuiden eten) die zijn vrouw gemaakt had. Hij nodigde ons uit in zijn huis, waar we thee dronken op kleine stoeltjes in zijn kleine huisje met rieten dakje, waar de rijst van de laatste oogst achter een zeil lag. Hij liet ons zijn weilanden en zijn koeien zien, en wij gaven hem onze kampeerspullen die we niet meer nodig hadden.

Aan het einde van de twee weken verbranden we onze theedoek ( die we overal voor gebruikten) en de twee pookstokken voor het vuur in een rituele verbranding. Na een diepe zucht liepen we weg.

Van Long Island gingen we terug naar Port Blair om de boottickets naar het vaste land te regelen. We namen een bus van Ranghat, die ongeveer 6 uur duurde, met enkele veerbootjes en andere stops. We reden dwars door de verschillende eilanden. Een kleine weg, net groot genoeg voor een bus leidt door de jungle. De meest ongelofelijke bomen en planten. ( Ken je gedachte als je door een tuincentrum loopt en al die planten ziet. Over dat je je niet kan voorstellen dat ze ´in het echt´ bestaan? Ik kan je vertellen: Ze zijn zeer echt! En ze zijn allemaal hier! Tis een groot tuincentrum.)
Op een gegeven moment moesten we een gebied doorkruisen waar nog een oude We kregen een politieman met een enorm jachtgeweer in onze bus. In een colonne van ongeveer 6 voertuigen stommelden we in onze gammele bus, met veel te harde bollywoodmuziek het gebied door. De politieman die iedereen tegen de enge bosjesmannen moest beschermen was helaas alleen nogal dronken en viel af te doen met z’n gulp open in slaap. We zagen een paar mensen van de stam over de weg lopen. Heel vreemd om te zien. Vrijwel naakte mannen met pijl en boog ( ik maak geen grap) en kleine kindertjes met nog kleinere kindertjes op hun rug. Deze mensen zien er heel erg afrikaans uit. Hun huidskleur is bijna zwart en ze hebben een platte neus en kroeshaar. Er is een theorie dat de mensheid op deze eilanden met deze stammen is begonnen.
En nu zijn we weer in de bewoonde wereld, met klokken, en winkels, en verkeer en internet. De boottickets gingen verbazingwekkend gemakkelijk deze keer, en de 19e vertrekken we terug naar het vaste land. ( Calcutta). De laatste week zullen we nog op andere eilanden op misschien nog mooiere stranden doorbrengen.

Het verdere plan is om vanuit Calcutta alleen verder te gaan naar Varanasi.( stad in India die je niet onbezocht kan laten) Dan via Delhi ( visums regelen) naar Amritsar. ( grensplaats tussen Pakistan en India.)
De bedoeling is via Pakistan naar Iran te gaan waar ik de Noorse bus weer zal treffen. Ik heb veel geweldige verhalen over Pakistan en Iran gehoord. Heb er ontzettend veel zin in. ( al heb ik begrepen dat onze Geert er een knoeiboel van gemaakt heeft. Hoop maar dat dat geen problemen oplevert in het land of over mijn visumaanvraag) Vanaf Iran ga ik proberen verder over land naar huis te komen. Hopelijk kan Bob me in Istanbul treffen en samen met mij het laatste stuk doen. Het ligt allemaal natuurlijk vooral aan m’n geld. En ach, ik zie het wel.
Eerst nog ff een weekje chillen op een eiland....



  • 10 Maart 2008 - 17:26

    Marjan:

    Oooooohhhh, Lot, wat een heerlijke verhalen en foto's! Ik zit helemaal weg te dromen terwijl ik het allemaal lees. En ik realiseer me net pas dat wij weg zijn als jij thuiskomt! Dat wordt in het najaar een héééééle lange dia-avond ;-p.
    Liefs, Marjan

  • 10 Maart 2008 - 18:45

    Miriam:

    Beste Lotte
    Wat een prachtig reisverslag ontving ik weer van je en wat een bijzondere reis ben je aan het maken!! Erg leuk om die een beetje te volgen, al maakth het me stienk jaloers! Wees voorzichtig in Pakistan en Iran, zijn echt heel andere landen. Ik wens je nog een goede reis en tot ziens hoop ik een keer in Mokum, groet Miriam

  • 11 Maart 2008 - 19:41

    Wisse:

    Stoere motorfoto zusje! Echt geweldig wat jij allemaal meemaakt. xx

  • 12 Maart 2008 - 10:01

    Mamma:

    Lieve Lotte, heel fijn weer een uitgebreid verhaal te kunnen lezen van al je dingen die je meemaakt. Ben verschrikkelijk jaloers en we missen je. pas goed op jezelf, geniet tot in je tenen en ben trots op je! Kus, mamma

  • 02 April 2008 - 23:59

    Jasper En Louise:

    Heeee Lotte!

    Nog steeds in India! Goed bezig, haha! We kregen helemaal zin in dhosa´s toen we je foto zagen! Wij eten met name aardappelen maar vanavond Mexicaans waarschijnlijk. We zitten nu in Peru.
    Veel reisplezier!!!!
    Jasper en Louise.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, New Delhi

Lotte

Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam, China, Nepal, India, Australie

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 735
Totaal aantal bezoekers 37383

Voorgaande reizen:

01 September 2007 - 01 Juli 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: